Uitzendkrachten konden in het tweede kwartaal opnieuw op grotere schaal aan de slag dan in het voorgaande kwartaal.
Dat maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vrijdag bekend.
Het totaal aantal uitzenduren steeg vorig kwartaal met 0,8 procent ten opzichte van de eerste 3 maanden van dit jaar. De uren die uitzendkrachten werken, nemen al sinds het tweede kwartaal van 2013 toe.
Eerder maakte het CBS al bekend dat het aantal banen in de uitzendbranche groeit en dat ook op andere plaatsen in arbeidsmarkt sprake is van verbetering.
De ontwikkelingen in de uitzendbranche worden gezien als een belangrijke graadmeter voor de ontwikkeling van de totale werkgelegenheid. Bij de eerste tekenen van economisch herstel worden vooral tijdelijke krachten aangenomen, bij tegenslag neemt het werk voor uitzendwerkers als eerste weer af.
De stijging van het aantal uitzenduren komt vooral door de toename van het aantal langlopende uitzendcontracten, in de vorm van detachering of payrolling. Die overeenkomsten namen vorig kwartaal toe tot het hoogste niveau ooit. Volgens het CBS hebben steeds meer werknemers een langlopend uitzendcontract in plaats van een vaste aanstelling.
Vorig jaar waren er in Nederland gemiddeld 196.000 uitzendkrachten aan het werk. Daarvan was nog altijd ruim 60 procent jonger dan 35 jaar. Het aantal uitzendkrachten in de leeftijd van 55 tot 65 jaar stijgt echter ook al meer dan tien jaar.
Meer mensen in bijstand
Het aantal mensen in de bijstand is in het tweede kwartaal met 8000 toegenomen tot 434.000. De groep bijstandontvangers is net zo snel gegroeid als een jaar geleden, aldus het CBS.
De arbeidsmarkt liet in de eerste helft van dit jaar tekenen van voorzichtig herstel zien, zoals een lichte stijging van het aantal vacatures en een daling van het aantal WW’ers. Die positieve ontwikkelingen zijn echter nog niet zichtbaar in de bijstand, concludeert het CBS.
De bijstand volgt de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt met enige vertraging. Een daling van het aantal mensen met een werkloosheidsuitkering leidt dan ook niet onmiddellijk tot een daling van het aantal bijstandsontvangers. Bovendien komt slechts een klein deel van de WW’ers in de bijstand terecht als hun recht op de werkloosheidsuitkering voorbij is. Als iemand een werkende partner heeft of over vermogen beschikt, dan heeft hij meestal geen recht op bijstand.
Omgekeerd is het voor veel mensen in de bijstand moeilijk om eruit te komen door een baan te vinden, zeker als ze er lang in zitten. Voor deze mensen is de afstand tot de arbeidsmarkt het grootst.
Van de bijstandsontvangers van 27 jaar of ouder heeft naar schatting de helft 3 jaar of langer de uitkering. Onder de 45-plussers met bijstand geldt dit voor twee derde. Gemeten over het totaal heeft bijna de helft van bijstandontvangers al 3 jaar of langer de uitkering.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl